“Mijn paard is zichzelf niet meer” – De invloed van organen op gedrag
Net als elk mens heeft elk paard een bepaald karakter. Met ‘karakter’ wordt de combinatie van vaste innerlijke eigenschappen (karaktertrekken) van een paard bedoeld. Deze combinatie onderscheidt het ene paard van het andere en bepaalt hoe een paard met bepaalde dingen omgaat. Men heeft het bij ‘karaktertrekken’ dan ook over min of meer stabiele eigenschappen, die moeilijk te veranderen zijn, dikwijls pas na intensieve en consequente training.
Van invloed op het karakter zijn ‘opgedane ervaringen’ die samen met het karakter bepalend zijn voor uitingen en gedrag.
Op een gegeven moment kent een eigenaar zijn/haar paard door en door en weet de eigenaar hoe het paard in bepaalde situaties reageert en zich gedraagt.
Wanneer je paard plotseling afwijkend gedrag gaat vertonen, het paard is zichzelf niet meer, terwijl daar eigenlijk geen reden voor lijkt te zijn, kan het zo zijn dat er een fysiek probleem achter ligt.
Voor de hand liggend is dat het paard pijn heeft, b.v. in de rug of hals. Dan zal het paard zich mogelijk onrustiger gedragen; het geeft signalen af van ongemak bij b.v. poetsen, opzadelen, opstappen of tijdens het rijden. Denk aan bijten bij poetsen, slaan of bijten bij het aansingelen of zelfs bokken of staken bij het rijden. Je paard kan het niet vertellen, maar zal het laten merken dat hij/zij niet lekker in zijn vel zit…
Invloed van organen op gedrag
Minder bekend is, dat wanneer er interne problemen zijn, en daarmee bedoel ik een verstoring van orgaanfuncties, ook opvallende gedragsveranderingen kunnen optreden.
In de Oosterse geneeswijzen heeft men ontdekt dat organen gerelateerd zijn aan bepaalde emoties. Inmiddels heeft de wetenschap bewezen dat bij bepaalde emoties bepaalde neurotransmitters (lichaamseigen boodschappers) overmatig worden aangemaakt. Op specifieke organen bevinden zich veel receptoren (‘ontvangststations’) voor deze neurotransmitters. Een teveel aan neurotransmitter kan leiden tot onbalans in de energie van dat orgaan doordat de stofwisseling verandert.
Factoren die bij het paard verstoring van de energie van organen kunnen veroorzaken zijn pijn, stress en slechte voeding.
Langdurige stress en/of stress door pijn zorgt dat het lichaam in verhoogde staat van paraatheid is, waardoor allerlei processen ontstaan waarbij een verhoogde stofwisseling plaatsvindt. Hierbij blijven er veel resten over die het lichaam niet kan afbreken. Deze resten zetten zich vast in de weefsels. De zuurgraad van het lichaam wordt hierdoor negatief beïnvloed. Het lichaam zal alles doen om de normale zuurgraad te handhaven. Allerlei mineralen en vitaminen worden gebruikt en putten ook uit op die manier.
Stoffen die vrijkomen bij de stofwisselingsprocessen moeten via de lever uiteindelijk afgebroken en uitgescheiden worden. Wanneer de lever en de nieren te hard moeten werken kunnen deze uitgeput raken.
De lever (samen met de alvleesklier) wordt in verband gebracht met de emoties boosheid en agressie. Ingehouden boosheid kan tot depressie leiden.
Een ‘leverpaard’ heeft de neiging agressief te zijn naar de eigenaar of naar andere paarden. Hij/zij neigt soms letterlijk over de eigenaar heen te walsen, geen respect te tonen en de indruk te geven van ‘I don’t care..’.
Het paard kan ook juist heel ‘down’ ogen, zich afsluiten van de omgeving. Wanneer deze signalen zichtbaar zijn, kan dit door een afwijkende leverfunctie veroorzaakt worden.
Langdurige stress kan ook leiden tot uitputting van de bijnieren, die verbonden zijn aan de nieren. De (bij)nieren en de blaas zijn gekoppeld aan de emotie angst. De linker nier kan doodsangst geven en de rechter nier is gekoppeld aan verlatingsangst. Wanneer je paard, zonder duidelijke aanleiding, plotseling angstig en schrikkerig wordt, of niet meer alleen kan zijn, kan dit duiden op nierproblemen.
Ook de maag en milt kunnen verstoord raken bij langdurige stress. Bij de maag hoort de emotie bezorgdheid en gebrek aan zelfvertrouwen. Dit uit zich bij het paard als onzekerheid. Gebrek aan zelfvertrouwen kan weer leiden tot spijsverteringsproblemen.
De longen en de dikke darm horen vanuit de Chinese visie bij elkaar. De longen worden in verband gebracht met verdriet. Chronische klachten van de longen kunnen zelfs leiden tot niet meer willen leven.
De dikke darm wordt in verband gebracht met een gevoel van onveiligheid. Obstipatie wordt gekoppeld aan ‘het willen vasthouden wat je hebt’/je weet wat je hebt en niet wat je krijgt’. Naar een onbekende situatie gaan kan verkramping van darmen geven en obstipatie.
Het hart en de dunne darm worden ook in verband gebracht met elkaars emotie; kwetsbaarheid/gekwetstheid.
Invloed van de osteopaat
Wanneer er een orgaanfunctieverstoring is, vind je doorgaans ook een verandering in de mobiliteit en gevoeligheid in de rug en ribben. Elk orgaan wordt vanuit een specifiek deel van de wervelkolom geïnnerveerd, maar ook vanuit de organen gaan zenuwbanen naar de wervelkolom. Pijn kan dus beide kanten op gaan.
Wanneer een paard echt flinke gedragsafwijkingen laat zien en bijvoorbeeld erg lusteloos is, dan is het zeker aan te raden eerst naar de dierenarts te gaan en bloedwaarden te laten testen. Wanneer de waarden, ondanks de symptomen, toch in orde blijken, kan osteopathie mogelijk helpen.
Als osteopaat zoek ik in eerste instantie naar beperkingen in bewegen van de wervelkolom, bekken, ribben en gewrichten van ledematen. Tevens zoek ik in de regio van de specifieke organen naar fasciale spanningen.
Mede door wat ik in de anamnese hoorde van de eigenaar, en door het gedrag van het paard tijdens mijn onderzoek, kan ik relaties leggen naar welk orgaan mogelijk niet goed functioneert.
Bij een paard is het lastig van buitenaf bij de organen te komen. Bij een hond kun je in de buikholte voelen en letterlijk naar de organen toe werken. Dit kan bij een paard niet.
Toch kun je via fasciale technieken, en door het losmaken van betrokken segmenten in rug en ribben invloed uitoefenen op de organen.
Wanneer orgaanfuncties verstoord zijn, adviseer ik meestal, aanvullend op mijn behandeling, met kruiden of homeopathische middelen het betrokken orgaan te ondersteunen. Mooiste is wanneer een paard door een deskundige op gebied van voeding, kruiden en supplementen doorgemeten wordt, zodat het paard de juiste combinatie van kruiden voor dat paard specifiek krijgt aangeboden.